Dak- en thuislozen in onze regio veel buiten beeld: ‘Erg geschrokken’
REGIO – Dak- en thuisloosheid is veel diverser en onzichtbaarder dan vaak wordt gedacht. Van de meer dan 170.000 inwoners van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem en Nieuwkoop gaat het om bijna 200 mensen die dak- of thuisloos zijn. Dit blijkt uit de zogenoemde Ethos-telling, die zicht geeft op het aantal en het profiel van mensen die bij deze groep horen.
Stichting De Binnenvest biedt ondersteuning en begeleiding aan mensen die grip op hun leven zijn kwijtgeraakt, waar ook daklozen onder vallen. ‘Van het totaal aantal mensen dat in de regio Holland-Rijnland geteld is, is ongeveer de helft bij ons in beeld’, bekent Emmy Klooster, directeur-bestuurder van De Binnenvest in De Ochtendshow van Kaag en Braassem.
‘Wij zijn erg van deze cijfers geschrokken’, vult ze aan. ‘Als Stichting De Binnenvest zijn we betrokken bij de Ethos-telling en toch zijn er veel meer mensen dakloos dan dat wij weten en over het algemeen ook denken. We weten ook dat het werkelijke aantal dak- en thuislozen nog hoger ligt dan die tweehonderd. Er zijn dus ook mensen die volledig buiten beeld zijn.’
Criteria
Helaas is het niet altijd mogelijk om iedere dak- of thuisloze op te vangen, zo vertelt Klooster. ‘Als het gaat om toegang tot de dak- en thuislozenopvang is het zo dat daar bepaalde criteria om de hoek komen kijken. Dat betekent dat wij ook mensen moeten afwijzen voor de opvang, bijvoorbeeld mensen die dreigend dakloos zijn of die een onvoldoende zware hulpvraag hebben. Mensen moet echt niet meer zelfredzaam zijn om voor de opvang in aanmerking te komen.’
Dat betekent dat toegang tot de opvang ook geweigerd wordt wanneer er een andere verblijfsmogelijkheid is. ‘Heel veel mensen die in feite dakloos zijn, verblijven bij familie of vrienden. Hierin zoeken we ook altijd een oplossing wanneer mensen zich bij ons melden. Al helemaal wanneer er een kind bij betrokken is, want volgens de wet mogen kinderen niet op straat komen te staan’, legt de directeur-bestuurder uit.
Toch zijn er, van de 200 daklozen die in de Rijnstreek zijn geteld, 67 kinderen naar voren gekomen. ‘Dat is een groot aantal kinderen’, aldus Klooster. ‘Wat ik daarover kan vertellen vanuit De Binnenvest is het zo dat wij volwassenen met kinderen altijd voorrang geven in de opvang.’
Centrale en decentrale opvang
De uitkomst van de telling hangt samen met het groeiende aantal vragen naar opvang en het aantal mensen dat wordt geholpen door Stichting De Binnenvest. De stichting heeft die stijging weten op te vangen door onder meer goed gebruik te maken van een centrale opvang in Leiden, waar ook daklozen uit de Rijnstreek gebruik van mogen maken. ‘We hebben daarnaast ook veel decentrale opvang’, gaat Klooster verder. ‘Er zijn veel mensen die we in gewone woningen in de Rijnstreek zelf opvangen, maar ten tijde van de woningnood is dat best lastig.’
Ook huisvest de gemeente Alphen aan den Rijn voor een lokale pilot in de wijk Hoorn tijdelijk maximaal tien dak- en thuislozen in een miljoenenvilla. ‘Deze voorziening is bedoeld voor mensen die graag weinig zorg hebben, maar wel dakloos zijn. Op deze manier kunnen ze rustig zoeken naar een volgende definitieve woning’, zegt Klooster. ‘Ik hoop echt dat hier meer van dit soort pilots beschikbaar komen.’
Snel een kentering?
En hoe nu verder? Er is een stijging te merken in het aantal dak- en thuislozen, maar is er al snel een kleine kentering mogelijk? ‘Het Rijk wil dat in 2030 niemand meer dakloos is. Gezien het tempo waarin er nu gebouwd wordt, weet ik niet of we dat gaan halen’, aldus de directeur-bestuurder. ‘Maatschappelijke ontwikkelingen kunnen ook niet zomaar stilgezet worden en we hebben het hier wel over een maatschappij waarin je behoorlijk wat skills moet hebben om goed mee te kunnen komen.’
‘We moeten ervoor zorgen dat mensen financieel ondersteund worden door de overheid door middel van aanvulling op de bijstandsuitkering’, uit ze. ‘Ook zou het heel fijn zijn als we los zouden kunnen komen van uitsluitende criteria bij huurwoningen. Zo zorgen we ervoor dat mensen sneller in een woning terechtkunnen.’